7.4 Milieubeheer

Gevoelens van onveiligheid worden veroorzaakt door wat burgers ervaren. Uit ervaring weten we dat bij inwoners lang niet altijd bekend is hoe risico’s beperkt en beheerst zijn en/of welke eventuele gezondheidseffecten in welke mate spelen. Er zijn tussen plekken in de stad soms grote verschillen in de beleving van individuele milieubronnen. Het is nuttig de trend meerjarig op buurtniveau te volgen, zodat waar nodig proactieve communicatie kan plaatsvinden. Incidenten en ontwikkelingen (ook buiten de stad) kunnen van invloed zijn op de beleving.
Behoud van een gezonde en duurzame leefomgeving.

Bewoners wordt in jaarlijkse inwonersenquête gevraagd naar beleving van de vermelde milieuthema’s. De stadsbrede beleving percentages worden bij elkaar opgeteld. In de inwonersenquête wordt gevraagd in hoeverre Eindhovenaren zich onveilig voelen als gevolg van opslag, gebruik en transport van gevaarlijke stoffen, straling (door bijvoorbeeld zendmasten of hoogspanningslijnen) en luchtverontreiniging in en om Eindhoven (als drie afzonderlijke vragen). Ook zijn de beelden per thema op buurtniveau beschikbaar in buurtmonitor Eindhoven c.q. Eindhoven in cijfers.

Hinderbeleving wordt bepaald door 1. de mate van fysieke belasting (bv. geluiddruk, kwaliteit lucht e.d.) en 2. Overige belevingsfactoren (zoals angst, zorgen, gehoord worden door autoriteiten e.d.). Beide factoren veroorzaken boven bepaalde drempels negatieve gezondheidseffecten.
De indicator geeft inzicht hoe het gevoel van onveiligheid zich in Eindhoven ontwikkelt. Dat maakt het mogelijk daarop alert in te spelen (in gesprek treden, voorlichting verzorgen, e.d.). Daarbij kan worden duidelijk gemaakt wat de fysieke belastingsituatie is en wat de gemeente doet om de oorzaken te beperken c.q. kan worden verkend welke verbeteractiviteiten wenselijk zijn.

Inwonersenquête

enquête

jaarlijks

Cumulatief beheerste situatie fysieke leefomgeving

Visie Externe Veiligheid (mei 2009)

Beheerste situatie mbt geluidhinder (wensbeeld). Zo stil mogelijk en geaccepteerde situatie.
Het is nuttig de trend meerjarig op buurtniveau te volgen, zodat waar nodig proactieve communicatie kan plaatsvinden. Incidenten en ontwikkelingen (ook buiten de stad) kunnen daarop van invloed zijn.
De stad verdicht verder, hetgeen meer verplaatsingen gaat opleveren. Tegelijkertijd rijden steeds meer auto's op stillere motoren en wordt er meer gelopen, gefietst en gebruik gemaakt van stil en schoon HOV. stroom of waterstof. Het stapsgewijs toewerken naar een 0-emissiezone gaat minder geluidbelasting door wegverkeer geven in het centrum en op de toevoerende wegen (tangenten en De Ring). Die effecten zullen naar verwachting vanaf 2025 merkbaar worden.

Bewoners wordt in jaarlijkse inwonersenquête gevraagd naar beleving van de verschillende geluidbronnen (van wegverkeer, vliegverkeer, treinverkeer, door bedrijven en horeca, bij evenementen en/of door buren en buurtbewoners).  In bewoond gebied is er vaak sprake van invloed van meerdere bronnen op eenzelfde plek (cumulatie). Dat is wat bewoners ervaren.

In de ruimtelijke ontwikkeling en planbeoordeling worden veelal per bron wettelijke rekentools gebruikt voor toetsing van de geluidbelasting aan wettelijke normen. Vaak is er sprake van geluidbelasting van meerdere bronnen op een plek.
De bewoners ervaren die cumulatieve geluidbelasting. De integrale belasting is bepalend voor beleving en effecten op gezondheid. Door het cumulatieve beeld op buurtniveau te genereren krijgen we daar zicht op. Dat beeld kunnen we plaatsen naast de aanwezige fysieke geluidbelasting. Dat kan reden zijn aanvullende maatregelen ter reductie van de geluidbelasting te treffen.

Inwonersenquête BiO

enquête

jaarlijks

Cumulatief beheerste situatie fysieke leefomgeving

Visie Externe Veiligheid (mei 2009)

Het begrootte percentage is in lijn met de doelstelling uit het klimaatplan 2021-2025 om 250.000 tCO2 te reduceren in deze vijf jaar. Er is 2 tot 3x zoveel reductie nodig om 55% CO2 reductie te realiseren. De extra middelen vanuit de kadernota geven hieraan een impuls. In de klimaatbegroting 2022 en uitvoeringsagenda wordt dit nog verder uitgewerkt.

Weergave van CO2-uitstoot ten opzichte van 1990

Sluit aan bij doelstelling klimaatverordening

klimaatmonitor.nl

overig

jaarlijks

CO2 reductie en circulaire samenleving

Klimaatverordening 2016

Volgens de klimaatverordening opgesteld in lijn met het landelijk klimaatakkoord is onze opgave om onze uitstoot van CO2 in 2030 en 2050 respectievelijk met 55% en 95% te hebben gereduceerd.
Tegelijkertijd heeft Eindhoven de maatschappelijke opgave om flink in inwonertal en bedrijvigheid te groeien. Dat maakt de opgave moeilijker. Om dit in beeld te brengen monitoren we twee indicatoren; zowel de totale CO2 uitstoot van de stad als de CO2 uitstoot per inwoner.  
Het begrootte percentage is in lijn met de doelstelling uit het klimaatplan 2021-2025 om 250.000 tCO2 te reduceren in deze vijf jaar. Er is meer nodig om 55% CO2 reductie te realiseren. De extra middelen vanuit de kadernota geven hieraan een impuls. In de klimaatbegroting 2021 en uitvoeringsagenda wordt dit nog verder uitgewerkt.

Weergave van de CO2 uitstoot per inwoner ten opzichte van 1990

Sluit aan bij doelstelling klimaatverordening

Klimaatmonitor.nl

overig

jaarlijks

CO2 reductie en circulaire samenleving

Klimaatverordening 2016

De saneringstaken worden uitgevoerd in medebewind van en voor het rijk. Met IenW is een afspraak (met budget) gemaakt voor de periode tot en met de invoering van de Omgevingswet (1-7-2022). De saneringsopgave in de stad is naar verwachting daarna nog niet afgerond, Met het rijk zal tijdig worden bezien hoe de restopgave in de jaren na medio 2022 is. Het betreft hier complexere en meer langdurige saneringen van  met name grondwater.

Aan het schoon maken van de bodem wordt al enkele decennia gestructureerd gewerkt. Het inzicht in de kwaliteit van de bodem wordt steeds completer. Jaarlijks wordt een aantal van de resterend te onderzoeken/schoon te maken locaties aangepakt. Daarbij wordt gewerkt van grof naar fijn: eerst de plekken met de grootste (humane en ecologische) risico’s. De restopgave is in aantallen relatief beperkt, maar qua looptijd en complexiteit lang. Grondwatersaneringen vergen vaak veel tijd (>10jr). In die periode is monitoring nodig.

De restopgave na 2022 wordt in dat jaar geactualiseerd.

Databank Bodeminformatie (ontsloten op Geofundament)

registratie

dagelijks

Cumulatief beheerste situatie fysieke leefomgeving

Beleidsstukken:

Visie Externe Veiligheid (mei 2009)

Bepaald op basis van restantopgave van lopende afspraken met ministerie van Infrastructuur en Milieu. In 2022:
- Afronding sanering woningen Leenderweg binnen de Ring (97 woningen)
- Afronding sanering Beukenlaan aanvullende gevelvoorzieningen na aanleg stil wegdek (ca. 35 woningen)
- Voorbereiding stil wegdek Leederweg buiten De Ring

Sanering kan bestaan uit een combinatie van bron (minder verkeer, stil asfalt), overdrachts- (geluidscherm/geluidwal) en/of gevelisolatiemaatregelen. De omvang van gevelisolatie hangt af van de (na getroffen bron e/of overdrachtsmaatregelen) resterende gevelbelasting en bestaande bouwkundige staat. Het te realiseren gevelisolatiepakket is maatwerk/woning. Het resultaat is stiller binnenklimaat/gezondere leefomgeving.

Gezonde en duurzame leefomgeving. Kwaliteit van wonen.

Verantwoording per project/straat aan ministerie van Infrastructuur en Milieu: rapportages.

registratie

dagelijks

Cumulatief beheerste situatie fysieke leefomgeving

Beleidsstukken:

Visie Externe Veiligheid (mei 2009)