Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van de verschillende onderhoudsprogramma's/activiteiten in de begroting ten aanzien van de mate van onderhoud. De openbare ruimte bestaat uit wegen, openbare verlichting, bruggen, tunnels en viaducten, groen en water (inclusief riolering). Veel meldingen van burgers hebben betrekking op onderhoud van kapitaalgoederen. De burger spreekt de gemeente aan op loszittende stoeptegels, gaten in de weg e.d.
Onderhouden van kapitaalgoederen waarborgt de continuïteit van de voorzieningen en is onder te verdelen in:
- Cyclisch jaarlijks onderhoud: betreft dagelijks of cosmetisch onderhoud, zoals onkruidbestrijding, straatvegen, maaien, snoeien, speeltoestellen vervangen, kolken reinigen, rioolgemalen reinigen en periodiek reinigen en onderhouden van oppervlaktewater;
- Curatief onderhoud: naar aanleiding van meldingen. De drie O’s: onvoorzien, onvermijdbaar, onuitstelbaar, zijn hier van toepassing. Noodzakelijk voor permanente gebruikskwaliteit van Openbare Ruimte, rioolsysteem, oppervlaktewatersysteem en oplossen van bijvoorbeeld plagen in het groen;
- Groot onderhoud en vervanging zoals renovatie beplantingen en bomen, opnieuw bestraten en asfaltrenovaties.
Onderhoud openbare ruimte
Onderhoud openbare ruimte
In 2006 is de Visie Openbare Ruimte vastgesteld. Hierin is de ambitie opgenomen om de basiskwaliteit in de openbare ruimte op het gebied van onderhoud voor alle wijken te behalen. Samen met het handboek Openbare Ruimte (2021), het Basisboek Openbare Ruimte (2013) en de Kwaliteitscatalogus Onderhoud Openbare Ruimte zorgt dit voor een bestuurlijk vastgesteld ambitieniveau voor het onderhoud van de stad. Daarnaast is in 2018 het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan door de Raad vastgesteld. Hiermee is over de volle breedte van de te beheren voorzieningen de ambitie op het gebied van water beleidsmatig en bestuurlijk ingevuld. De kwaliteitscatalogussen voor het onderhoud van de stad zijn richtinggevend. De kwaliteitscatalogus voor het onderhoud van de stad gaat uit van een viertal kwaliteitsniveaus (hoog, basis, laag en zeer laag) en twee kwaliteitskenmerken (schoon/netjes en heel/veilig). Met de Visie Openbare Ruimte is bepaald welk kwaliteitsniveau voor Eindhoven geldt (basiskwaliteit voor ca. 98% van de stad). Uit onderzoeken en technische inspecties blijkt hoe het onderhoud van de stad op verschillende onderdelen scoort, zie ook de taakvelden 2.1, 5.7 en 7.2 binnen de begroting. De technische kwaliteit vormt het belangrijkste afwegingscriterium, daarnaast is er ook aandacht voor de inbreng van bewoners bij het onderhouden van de openbare ruimte.
De te onderhouden hoeveelheid openbare ruimte is de afgelopen jaren toegenomen. De kosten van het onderhoud zijn door de prijsindexering eveneens gestegen. De druk op de middelen neemt daardoor toe. We proberen de kosten voor het onderhoud van de openbare ruimte te beperken door een tweetal bewegingen:
- van traditioneel naar natuurlijker groen beheer en buitenspelen.
- van grijs naar groen. In alle projecten wordt zoveel mogelijk onthard. Hierdoor ontstaat een hogere kwaliteit, wordt invulling gegeven aan klimaatadaptatie en zijn de kosten voor onderhoud lager.
Middelen:
- Kosten onderhoud kapitaalgoederen (wegen, verlichting, bruggen/viaducten/tunnels)
- Exploitatie: Begrote kosten onderhoud 2022 € 8,6 miljoen
- Investeringen: Begrote investeringen 2022 € 15,5 miljoen
- Kosten onderhoud (exploitatie en investeringen)
Voor onderhoud van kapitaalgoederen (groot onderhoud aan wegen, terreinen, verlichting, bruggen/viaducten/tunnels) maken we sinds de stelselwijziging in de BVV onderscheid in onderhoud en vervanging van kapitaalgoederen. Onderhoud wordt bekostigd uit structurele middelen uit de begroting, vervangingen worden geactiveerd en hier vloeien kapitaallasten uit voort. In de begroting 2022 is voor onderhoud (exploitatie) een bedrag van € 8,6 miljoen opgenomen. Daarnaast is in 2022 is een bedrag ad. € 15,5 miljoen gepland om te investeren in het vervangen van wegen, fietspaden, verlichting en bruggen/viaducten/tunnels. Deze investeringen resulteren (conform BBV) een jaar na ingebruikname van de kapitaalgoederen in kapitaallasten.
Wegen
Wegen
In 2020 is het wegenbeheerplan voor de periode 2021-2024 vastgesteld. Hieruit blijkt dat de achterstand op het gebied van verharding, de afgelopen jaren periode is ingelopen, van 13,6% in 2014 naar 11,1% in 2019. Hierbij moet opgemerkt worden dat nog niet alle al geprogrammeerde projecten waren uitgevoerd bij vaststelling van het nieuwe wegenbeheerplan. Als ook de reeds geplande en financieel gedekte projecten uitgevoerd zijn van programma’s die een bijdrage leveren aan de kwaliteit van wegen, dan verwachten we dat het vastgestelde kwaliteitsniveau behaald is. In 2021 zijn nieuwe technische inspecties uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn begin 2022 bekend.
De tevredenheid over het onderhoud is in die periode (2014-2019) gestegen van een 6,8 naar een 6,9.
Het kwaliteitsniveau dat in 2016 is vastgesteld blijft in het nieuwe wegenbeheerplan 2021-2024 van kracht: kwaliteitsniveau C, waarbij kwaliteitsniveau D geaccepteerd wordt als dit niet leidt tot onveilige situaties en kapitaalvernietiging (in totaal maximaal 9,6% van het totale areaal). In de praktijk is kwaliteit D acceptabel in woonstraten in klinkers waar niet veel verkeer rijdt en waar de snelheden laag zijn. Dit geldt ook voor parkeerterreinen. Voor voet- en fietspaden staan we kwaliteit D niet toe in verband met de veiligheid. Op asfaltwegen staan we eveneens geen D toe, omdat dit leidt tot hogere herstel-/onderhoudskosten en dus kapitaalvernietiging. De curatieve middelen zijn beschikbaar om direct in te kunnen grijpen bij eventuele gevaarlijke situaties. Bij het onderhoud van wegen blijven we inzetten op het klimaatrobuust inrichten van de stad (ontharden/vergroenen), waardoor de beheeropgave van de kapitaalgoederen naar verwachting niet verder zal stijgen.
Eindhoven heeft op basis van het wegenbeheerplan 2021-2024 in de begroting een structureel bedrag begroot ten behoeve van onderhoud en vervangen van wegen. Daarnaast beschikken we over een reserve groot onderhoud openbare ruimte van waaruit onvoorzien en niet gepland incidenteel groot onderhoud, waar geen dekking voor is, aan wegen (bijvoorbeeld ten behoeve van meeliften/werk met werk maken) uitgevoerd kan worden.
De vervangingsprojecten (investeringen) die we in 2022 uitvoeren (als uitvloeisel van het nieuwe wegenbeheerplan) zijn opgenomen in de Investeringsplanning 2022 e.v. De grootonderhoudsprojecten die in 2022 in uitvoering worden genomen, met daarbij geplande uitvoeringskosten worden ten laste van de daartoe beschikbare structurele middelen binnen de exploitatie gebracht.
Openbare verlichting
Openbare verlichting
De openbare verlichting in Eindhoven bestaat uit ruim 54.000 lichtpunten. Deze lichtpunten worden onderhouden op basis van de uitgangspunten “Veiligheid” (er is voldoende goed werkende openbare verlichting) en betrouwbaarheid. Uitgangspunt bij vervanging is dat armaturen vervangen worden door (duurzame) Led-verlichting.
Civieltechnische kunstwerken
Civieltechnische kunstwerken
We hebben rond de 300 kunstwerken in beheer, deze worden jaarlijks geschouwd (schoon, heel en veilig) en elke 2 à 3 jaar technisch geïnspecteerd. Jaarlijks wordt regulier en groot onderhoud uitgevoerd aan de bruggen en viaducten. Er is vooralsnog structurele dekking om de geplande investeringen de komende jaren te doen. Voor groot onderhoud is er op dit moment tijdelijk dekking vanuit de reserve voor groot onderhoud. Op dit moment wordt gewerkt aan een beheerplan dat na verwachting het eerste half jaar van 2022 wordt afgerond. Op basis van dit plan wordt bepaald of de dekking structureel via de exploitatie of een voorziening voor groot onderhoud (bij grote jaarlijkse fluctuaties) wordt ingeregeld. Bij bruggen en viaducten die ouder zijn dan 20 jaar bestaat het risico dat de constructie niet meer voldoet, omdat de verkeersbelasting en -intensiteit sterk zijn toegenomen t.o.v. de oorspronkelijke situatie en omdat als gevolg daarvan de rekenregels zijn verscherpt. Met visuele inspecties kan niet in beeld worden gebracht of de constructie voldoende is. Door middel van risicoanalyses en herberekeningen wordt nader onderzocht of maatregelen noodzakelijk zijn. Uit de huidige risicoanalyses blijkt dat 66 kunstwerken voldoen, waarbij momenteel conform regelgeving een (technische) restlevensduur van 30 jaar geldt. Zes bruggen voldoen op dit moment niet, nl. Hanevoetbrug, 2 voetgangersbruggen Genderpark en de hoofdrijbaanbrug en ventwegbruggen over de Dommel t.h.v. de Insulindelaan, hier zijn tijdelijke maatregelen getroffen. Voor alle zes de bruggen geldt dat maatregelen geprogrammeerd zijn (uitvoering 2021-2022) . Indien een brug niet tijdig wordt versterkt of vervangen, moeten de wegen afgesloten worden voor bijvoorbeeld vrachtverkeer om de situatie veilig te houden. De kunstwerken die niet voldoen worden middels periodieke veiligheidsmonitoring gecontroleerd. In 2022/2023 zijn de risico’s van de kunstwerken inzichtelijk en is duidelijk welke maatregelen getroffen moeten worden. Op dit moment lopen we geen acuut risico.
Water (inclusief riolering en oeverbescherming)
Water (inclusief riolering en oeverbescherming)
De gemeente heeft, naast de zorgplicht voor afvalwater, ook een zorgplicht om verantwoord om te gaan met hemelwater en grondwater in de openbare ruimte. In de praktijk betekent dit vooral het beperken van hinder, overlast en schade door hemelwater en grondwater. Om te voldoen aan onze zorgplicht, werkt de gemeente met een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Het GRP 2019-2022 heeft tot doel op gestructureerde wijze te zorgen voor aanleg, beheer, onderhoud en verbetering van het gemeentelijk rioleringsstelsel en hemel- en grondwater voorzieningen gericht op de wet Gemeentelijke watertaken. Voor het GRP is de voorziening 'riolering' gevormd.
Deze voorziening is er speciaal voor vervangingsinvesteringen met betrekking tot riolering.
Om de beleidsdoelstellingen voor het jaarlijks onderhoud te realiseren, voert de gemeente onder meer de volgende maatregelen uit:
- het aanleggen en onderhouden van huisaansluitingen;
- reguliere onderhoudswerken, klachten en meldingen, storingen;
- het inspecteren van riolen, het reinigen van riolering en kolken;
- het onderhouden van rioolgemalen en pompputten drukriolering;
- het structureel vervangen en repareren van riolering;
- het onderhouden van watergangen en waterlossingen;
- het heffen van leges rioolheffing, rechten huis- en bedrijfsaansluitingen en havengelden.
Het rioolstelsel binnen de gemeente Eindhoven heeft een lengte van ongeveer 1.300 km. Er zijn 85.500 rioolkolken en 160 gemalen. Het oppervlaktewatersysteem in beheer bij de gemeente heeft een lengte van ongeveer 57 kilometer. Er zijn geen onderhoudsachterstanden of specifieke ontwikkelingen. In 2022 vindt reiniging en inspectie plaats in specifieke aandachtsgebieden, droogweer afvoerstelsels en gebieden met een korte levensverwachting van de riolen. Alle overige elementen van onderhoud en de frequentie en wijze van onderhoud (zoals kolken, lijnafwatering, overstorten, gemalen, bergingskelders, zinkers) staan in het meerjarig onderhoudsprogramma. Voor onderhoud van kapitaalgoederen is in de begroting 2022 een bedrag van € 4,6 miljoen opgenomen.
Voor inzicht in de tariefontwikkeling van de rioolheffing, moet jaarlijks het kostendekkingsplan worden geactualiseerd. Hiermee kunnen we schoksgewijze aanpassingen van het tarief voorkomen. In het GRP 2019 – 2022 is een strategische langjarige prognose voor vervangingsinvesteringen en verbetermaatregelen opgenomen.
De langjarige prognose bevat een zo reëel mogelijke planning, maar we weten op voorhand niet exact hoe het realisatietraject verloopt. Factoren die van wezenlijke invloed zijn op de planning, zijn: afhankelijkheid van de voortgang van stedelijke ontwikkelingen en andere projecten, wettelijke procedures, samenspraak, inspraak, marktwerking in de aannemerij en personele capaciteit.
Op grond van de huidige inzichten verwachten we dat het saldo van de voorziening vervanging riolen eind 2022 € 0,9 miljoen is gestegen ten opzichte van de actualisatie voor de begroting 2021 (van € 0,0 miljoen naar € 0,9 miljoen). Dit komt hoofdzakelijk door een geactualiseerde meerjarenplanning van diverse investeringen uit hoofde van het GRP.
Op basis van het GRP 2019-2022 worden vervangings- en verbeteringsinvesteringen uitgevoerd. Voor de dekking van deze investeringen zijn de begrote investeringen langjarig in het GRP doorgerekend en is een bijbehorend dekkingsplan vastgelegd. Vervolgens hebben we de rioolheffing voor de periode 2019-2022 bepaald. De begrote investeringen voor 2022 bedragen €19,3 miljoen.
Groen
Groen
Het groenprogramma kent de volgende kerncijfers:
- Aantal individueel geregistreerde bomen in beheer 109.000 stuks
- Oppervlakte groen in beheer in stedelijk gebied 873 ha.
- Oppervlakte groen in beheer in buitengebied 954 ha.
- Kinderboerderij 1 stuk en 4 bokkentuinen
- Speelplekken 513 stuks en 5 omheinde speeltuinen
Sinds 2020 wordt het onderscheid tussen stedelijk- en buitengebied gemaakt op grond van de bebouwde komgrens (in de zin van de wet natuurbeheer).
De onderhoudskosten voor het taakveld Groen en Recreatie worden voor 2022 begroot op €13,4 miljoen. In de exploitatiebegroting zijn de benodigde budgetten gelabeld voor cyclisch-, curatief- en groot-onderhoud van groen- en recreatievoorzieningen en deze worden aangewend op basis van de technische staat. Daarbij houden we rekening met de wensen van omwonenden.
De budgetten blijven in 2022 bepalend voor het onderhoud en de onderhoudsprojecten die kunnen worden uitgevoerd.
Vanwege de verwachte levensduur van bomen, beplantingen en andere inrichtingselementen van de openbare ruimte is de besteding van middelen aan groen-onderhoudsprojecten het meest efficiënt als deze samen uitgevoerd worden met andere onderhoudsprojecten in de openbare ruimte (water, verharding, etc.). Het groen in integrale onderhoudsprojecten krijgt daarom prioriteit boven het groen in onderhoudsprojecten die alleen op groen betrekking hebben.
Bij speeltoestellen kijken we zo nodig eerst naar mogelijke verlenging van de levensduur voordat we in samenspraak met omwonenden kiezen voor vervanging. Waar dat kansrijk is, zetten we, in overleg met omwonenden, de beweging door naar 'natuurlijk spelen' (speelvoorzieningen op basis van natuurlijke elementen).
De verwachting is dat al het noodzakelijk onderhoud in 2022 kan worden uitgevoerd en dat slechts in beperkte mate onderhoud moet worden doorgeschoven naar het jaar 2023. De onderhoudsbudgetten voor 2022 zijn daarmee vooralsnog toereikend. Vervangingsinvesteringen worden gedekt middels separaat begrootte kapitaallasten. De instandhouding van zowel het groen als de speelvoorzieningen is hiermee geborgd en geprioriteerd boven nieuwe investeringsprojecten.
Budgetten voor de kapitaallasten van nieuwe investeringen worden (indien van toepassing) separaat vastgesteld.
Ontwikkelingen
Door de intensivering van binnenstedelijk wonen wordt het bestaande groen intensiever gebruikt. Met een hogere dichtheid aan bebouwing en bijbehorende infrastructuur staat de resterende fysieke ruimte voor bomen en beplanting zowel ondergronds als bovengronds in verdichtingsgebieden onder druk, terwijl deze tegelijk aan belang wint. In zulke gebieden is extra aandacht nodig voor onderhoud. En mede onder invloed van bovenstaande ontwikkelingen en de algemene beschikbaarheid van referentiebeelden heeft de burger hogere verwachtingen van het inrichtingsniveau van de openbare ruimte en het groen en de speelvoorzieningen in het bijzonder. Het blijft daarmee van belang goed in te zetten op kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de groene wiggen en het binnenstedelijk groen. In combinatie met de schaalsprong wordt waar mogelijk het groen in projecten uitgebreid om aan de toenemende behoefte aan groen te voldoen.
Risico's
Hoewel voor 2022 nog geen tekorten worden voorzien en de verwachting is dat eind 2022 de bomen en het groen voldoen aan de normen, zullen op de middellange termijn meer middelen noodzakelijk zijn om het groen op peil te houden. Door de toenemende hoge druk op het bestaande groen in samenhang met de schaalsprong en de geleidelijke uitbreiding van het groen om te kunnen voldoen aan de vraag, zullen de reguliere uitbreidings- en inflatiecorrecties op de onderhoudsbudgetten geen gelijke tred houden met de werkelijke kostenstijgingen van het groenonderhoud. Mede in het verlengde van de bovenstaande ontwikkelingen wordt op de middellange termijn een krapte op het gebied van de jaarlijks beschikbare investeringsmiddelen voor vervangingen voorzien. Deze investeringskostenstijgingen voor vervangingen worden mede veroorzaakt door het toenemend intensief ruimtegebruik (ook ondergronds) en de vraag om meer flexibiliteit in de openbare ruimte. Steeds meer voorzieningen zijn nodig om bomen en beplanting de kans te geven om op termijn weer net zo groot te worden als in de huidige situatie. Verder krijgen we steeds vaker te maken met de gevolgen van klimaatverandering. Denk daarbij aan kans op schade door hevige weersinvloeden (wateroverlast, storm, hitte, droogte), maar ook aan de invasieve soorten (eikenprocessierups, bruine en zwarte rat, Japanse duizendknoop). Dit vraagt in die gevallen om extra inzet voor opruimen, inboet, bestrijding en communicatie.
Gemeentelijk vastgoed
Gemeentelijk vastgoed
Beleidskader
De gebouwenportefeuille omvat 487 gebouwen, waarvan 312 in gemeentelijk eigendom (peildatum 1 november 2020). Vanuit de verantwoordelijkheid als eigenaar verzorgt de gemeente het technisch, administratief en juridisch beheer van de in eigendom zijnde gebouwen, niet zijnde de panden waarvoor deze rol is ondergebracht bij derden, zoals o.a. de gemeentelijke parkeergarages en de onderwijspanden waarvan het eigendom bij de scholen ligt. De kantoorpanden voor eigen huisvesting worden structureel beheerd en gerenoveerd vanuit een contract met IMPULS! en vallen ook buiten dit beleidskader.
Conform het vastgestelde beleid “Spelregels vastgoedbeleid 2020” hanteren wij in de gebouwenexploitatie Conditie Afhankelijk Onderhoud (NEN 2767) voor de permanente gemeentelijke gebouwen. Hierbij is tevens het minimaal onderhoudsniveau vastgesteld op conditie 3 ‘redelijk’, wat betekent dat de gebouwen dienen te voldoen aan de gestelde veiligheidseisen ten aanzien van het (beoogde) gebruik.
Actuele staat van onderhoud
De actuele staat van onderhoud van de gemeentelijke gebouwen die permanent bij ons in beheer zijn voldoet, conform het uitgangspunt aan conditieniveau 3. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Enkel bij de panden die op de verkooplijst worden vermeld of gepland staan voor sloop, is er sprake van een lagere onderhoudsconditie, waarbij geldt dat verloedering niet acceptabel is.
Overzicht onderhoudsbudgetten (x € 1.000)
Realisatie | Prognose | Prognose | Prognose | Prognose | Prognose | |
Dagelijks onderhoud | 3.285 | 2.559 | 2.436 | 2.437 | 2.437 | 2.437 |
Groot onderhoud | 1.430 | 2.022 | 2.056 | 2.057 | 2.057 | 2.057 |
Investeringen | 4.969 | 6.645 | 3.442 | 3.494 | 2.266 | 6.689 |
TOTAAL | 9.683 | 11.226 | 7.934 | 7.988 | 6.760 | 11.183 |